
photo mvdb20110422_transport-XX
“Rescue during the Holocaust” is het thema dit jaar van de International Holocaust Remembrance Day – 27 Jan 2013 – en een belangrijk thema in het werk van geschiedkundige Tanja von Fransecky.
Tanja von Fransecky heeft de afgelopen jaren onderzoek verricht in Frankrijk, België, Nederland en Israel, naar de reddingsacties en vele vluchtpogingen en ontsnappingen uit de deportatietreinen tijdens de holocaust.
Het is een nog vrij onbekend hoofdstuk uit de geschiedenis van het Joods verzet tijdens de holocaust, dat veel gedeporteerden uit de doodstreinen gevlucht zijn, en vaak ook door anderen – omwonenden – met gevaar voor eigen leven gered zijn.
Tanja von Fransecky’s werk is nieuws dit weekend in de laatste editie (26 jan.) van de “Süddeutsche Zeitung” – het grootste Duitse nationale dagblad – in het artikel van Stephan Stracke, getiteld: „Wir haben das Recht zu flüchten“ – hier vertaald als “Wij hebben het recht te vluchten”.
Hieronder mijn samenvatting van dit artikel over Tanja von Fransecky’s werk (met enige eigen notities)
Volgens Tanja von Fransecky is het geen toeval dat de ontsnappingen en vluchtpogingen van deportatietreinen tijdens de holocaust zo lang niet onderzocht zijn. Ontsnappingen van deportatietreinen pasten niet in het beeld van het weerloze Joodse slachtoffer.
Ook de wrede omstandigheden van de deportaties kunnen daarbij een rol gespeeld hebben. Reizen van vele dagen en nachten: honger, dorst, gekte, urine, uitwerpselen, geschreeuw, ruzie en schermutselingen om water en een plaats bij de gebarricadeerde openingen, en dan de beschietingen en executies van gevluchten. Tijdens vluchtpogingen brak meestal paniek uit onder de andere gedeporteerden in de wagon die vergeldingsacties van de Nazis vreesden.
Vluchten impliceerde: springen uit een rijdende trein – de afweging of doorreizen verstandiger zou zijn – het dilemma dat familie en anderen mogelijk in gevaar achtergelaten werden – gevaar gewond te raken bij de sprong, of beschoten en gedood te worden tijdens de vlucht.
Uit Tanja von Fransecky’s onderzoek bleek dat zo’n 750 Joden geprobeerd hebben uit de deportatietreinen te vluchten in West Europa. Veel gevallen beschrijft zij ook in haar proefschrift dat in de herfst van 2013 gepubliceerd wordt.
Nederland
Zo is er het verhaal uit Nederland van het achtjarige meisje dat vlak langs de spoorlijn woonde van Westerbork naar Duitsland, waarover meer dan 100.000 Joden weggevoerd werden. Op 3 september 1943 was zij getuige van de vlucht op klaarlichte dag uit de snel rijdende trein van 8 jonge Joodse gevangenen: 6 mannen en 2 vrouwen. Bij Ciska, één van deze vrouwen, werden beide handen vrijwel afgerukt onder de wielen van de trein. Veel later, in de 60er jaren, zal zij overlijden door een infectie destijds opgelopen bij een ‘ondergronds’ uitgevoerde noodoperatie.
Centraal Europa (Galicië)
In Galicië (Centraal-Europa) nam het aantal vluchtpogingen zo sterk toe – door de geruchten over massavernietiging – dat men in de winter de mensen zonder kleren en zonder schoenen in de wagons opsloot om het vluchten te verhinderen. Toch hebben honderden gedeporteerden op weg naar Belzec – zelfs tot in het dorp toe – getracht te vluchten in de herfst en winter van 1942.
Mensen die langs het spoor leefden zoals Franciszek Wloch en anderen die aan het spoor naar Belzec werkten zagen de ‘Springers’. “In de winter waren de mensen in de wagons naakt en zagen eruit als skeletten. Dagelijks werden lichamen aangetroffen naast het spoor. De meesten waren gestorven door de kou. Ik ken geen geval van redding van deze vluchtelingen door de plaatselijke bevolking van Polen en Oekrainers.”
Frankrijk en België
Vooral in Frankrijk en België hebben vele gedeporteerden met allerlei meegesmokkeld gereedschap getracht uit de wagons uit te breken. Het bekendst zijn de vele vluchtpogingen in België uit de 20ste deportatietrein – het ‘Transport XX’.
Transport XX
Op 19 April 1943 stopten de 3 jonge mannen Youra Livschitz, Jean Franklemon en Robert Maistriau dit 20ste konvooi door een rode stormlamp op de rails te zetten, en bevrijden 17 mannen en vrouwen. Nog eens meer dan 200 andere gevangenen vluchten uit de trein nog voor de Duitse grens. Van hen werden er 26 doodgeschoten. Uiteindelijk wist de helft van hen te ontkomen.
Tanja von Fransecky documenteert verschillende vluchtpogingen en ontsnappingen van de gedeporteerden: Willy Berler, Régine Krochmal, Simon Gronowski en anderen.
Toen Willy Berler op het punt stond uit de trein te springen, zag hij dat de ongelukkige man die voor hem sprong aan de trein was blijven hangen met zijn hoofd geplet als een meloen. Willy sprong niet. “Als ik geweten had …. van Auschwitz….had ik gesprongen.”
Tanja von Fransecky interviewde Régine Krochmal die destijds actief was in het „Österreichische Freiheitsfront“ en verpleegster. Deze verpleegster moest samen met een arts in de laatste wagon de ernstig zieken begeleiden. Vlak voor zij de wagon inging werd zij gewaarschuwd door de Joodse kamparts van de Dossin kazerne, die haar een mes gaf met de woorden: “Snij de tralies door, spring, want men zal je verbranden”
Nadat de trein was weggereden, moest Régine de begeleidende arts in haar wagon uiteindelijk van zich afslaan, omdat hij haar wilde beletten de tralies voor de kleine ventilatieopening door te zagen om te ontsnappen.
Simon Gronowski was pas 11 jaar toen hij met hulp van zijn moeder uit dit 20ste konvooi sprong, en het overleefde – in tegenstelling tot zijn moeder die vergast werd in Auschwitz. Simon had ‘geluk’. Hij werd opgevangen door een Belgische gendarme en zijn vrouw, en niet verraden. Die redding was geen uitzondering: bijna alle vluchtelingen uit deze deportatietrein overleefden met hulp van de Belgische bevolking.
Niet één agent van de politie escortes (Schupo’s) van de deportatietreinen is later veroordeeld voor medewerking aan de holocaust.
Tijdens haar geschiedkundig onderzoek kwam Tanja von Fransecky toevallig een officieel bericht tegen van het hoofd van een politie escorte. Volgens dit document was op 13 maart 1943 in Frankrijk een Jood ontsnapt uit een deportatietrein. Een van de politieagenten – genaamd ‘K.’ – trok aan de noodrem, schoot op de vluchteling, zette met de fiets van een voorbijganger de achtervolging in, en maakte de Jood met een hoofdschot af.
Bij verder onderzoek vond Tanja von Fransecky in 2009 ‘Walter K.’ die als politieagent was blijven werken, maar al 94 was en niet meer in staat om terecht te staan. Hij is inmiddels overleden.
Notities
Het oorspronkelijk artikel – in het Duits – werd gepubliceerd in: FEUILLETON 26 Jan 2013 — NS-Geschichte — Süddeutsche Zeitung
Link: http://www.sueddeutsche.de/
De krant van die dag is eenvoudig aan te schaffen o.a. via de iPad app van de Süddeutsche Zeitung
Stephan Stracke (auteur oorspronkelijk bericht „Wir haben das Recht zu flüchten“) is geschiedkundige en verbonden aan de Universität Wuppertal (Duitsland).
Régine Krochmal werd vandaag 70 jaar geleden – op 27 januari 1943 – in de Kazerne Dossin te Mechelen, België, opgesloten in afwachting van haar deportatie met transport XX.
De ‘Righteous’ (Rechtvaardigen) – Enkele cijfers over mensen gerapporteerd bij Yad Vashem (wereldcentrum van documentatie, onderzoek, voorlichting en herdenking van de holocaust) die hielpen bij de redding van Joden, zijn beschikbaar via deze link naar de Yad Vashem site.
Updates
Updates Jan 28, 2013:
– enkele tekst correcties
– informatie in het ‘Notities’ gedeelte over mensen (de ‘Righteous’) de hielpen bij de redding van Joden, gerapporteerd aan Yad Vashem