Dag uit het leven van Simon Gronowski

Still video – Simon | 19 April 1943 | 20220419 | Click image for video clip

Dag uit het leven van Simon Gronowski
— de jongen die uit de trein sprong die naar Auschwitz reed

Dinsdag 19 april 2022
Rutger | Groep 8, School Ter Cleeff, Haarlem, Holland

Wie Is Simon Gronowski?

Het is nu 1943. Ik heet Simon Gronowski. Ik ben geboren op 12 oktober 1931 in Brussel, waar ik ook nog steeds woon. Als klein jongetje ging ik graag naar de bioscoop of naar het Terkamerenbos (park in België) om met mijn hond Bobby te spelen. Mijn moeder heet Ania en mijn vader heet Léon. Mijn vader heeft een eigen winkel en hij maakt ook een eigen krant. Ik heb ook nog een zus: Ita. Ze is 18 jaar en zeven jaar ouder dan ik. Ze kan heel goed piano spelen en is altijd aardig. Ze heeft ook al een vriend, hij heet Jacques. Op school ben ik een echte vechtersbaas en ook thuis haal ik af en toe kattenkwaad uit! Vanaf mijn negende zit ik op scouting. Ik vind het daar heel cool. En ik heb er veel nieuwe vrienden leren kennen. Zoals elke scout heb ik een teamnaam; de mijne is “Bambi”.

De Bezetting

In 1940 hoorden wij de motoren van Duitse vliegtuigen boven Brussel. Mijn vader legde uit dat Hitler eerst Oostenrijk en Polen heeft veroverd met zijn leger en ook België wil overnemen. De Duitse soldaten zijn langzamerhand een vertrouwd beeld op straat. Ze zijn een klant in de winkel van mijn ouders. Ik vond ze in het begin eigenlijk wel aardig. Het is de tijd van de bezetting en in het begin gaat het leven nog gewoon helemaal hetzelfde. Want weet je de vervelende dingen van de oorlog die komen beetje bij beetje. Je hebt het niet gelijk door. Eerst willen de nazi’s lijsten opmaken met namen van alle joden. Met iedereen, die tenminste drie joodse grootouders hebt. De nazi’s vertellen ons dat ze dit doen om ons te helpen. En dus heeft mijn vader me ingeschreven. We hadden ze minder moeten vertrouwen… Wanneer we beseften dat we gevaar liepen, was het al te laat: ze hadden ons verplicht een gele ster op onze kleren laten naaien. Ze hebben beslist om aparte scholen te openen voor de Joodse kinderen. Persoonlijk maakt dat me niet zoveel uit en ben ik ook niet echt bang. Wat belangrijk is als je jong bent is dat je vrienden hebt en plezier maakt. Je maakt jezelf wijs dat het allemaal normaal is, dat het hoort bij een oorlog. Soms hoor je verhalen, maar wil je gewoon niet geloven wat er wordt verteld. Later nemen de Duitsers de radio’s in beslag. We kunnen en mogen niet langer naar nieuwsberichten luisteren. Ze sluiten ook de winkel.

Onze winkel heet “bij Sally”! De s van Simon (dat ben ik!). De a van Ania (mijn moeder), de l van Léon (mijn vader met een dubbele l, omdat hij het allersterkst is). En tot slot de y van Ita (mijn zus). We hebben bewust niet een i genomen anders had er Salli gestaan wat “vuil gemaakt” betekent in het Frans. Ze beginnen wijken af te sluiten en razzia’s uit te voeren, waarbij ze massaal mensen arresteren, alleen omdat ze Joods zijn. Vrienden van scouting verstoppen ons. We moeten ons huis, en onze tuin verlaten en leven vanaf nu met zijn vieren opgesloten in een appartement. Met amper 3 kamers in Woluwe (een dorp vlakbij Brussel). In het midden van de winter wordt mijn vader ziek en moet hij naar het ziekenhuis.

17 Maart 1943

Het is negen uur ’s ochtends. We zitten aan tafel te ontbijten: mijn moeder, mijn zus en ik. Er wordt aangebeld. De deur gaat open. Plotseling stormen twee Duitsers de kamer binnen. Mijn moeder toont haar papieren. Ze vragen waar mijn vader is. Zij zegt dat hij dood is. We moeten onze koffers laten zien. Ze binden mijn hond vast aan een trapleuning. En toen zijn we met ze meegegaan. De politie stopt ons dan in een kelder. Op de muren staan allemaal namen en datums die daar door andere mensen zijn gekrast die hier ook gevangen hebben gezeten. We moeten daar de hele nacht blijven.

De Ontvoering

Tot de volgende dag krijgen we niets te eten of te drinken. Het is dan al bijna avond. Wanneer we van hen wegmoeten uit de kelder, zijn we met zo ongeveer 50 mensen, allemaal opgepakt tijdens de razzia’s, in amper twee dagen tijd. Ze laten ons op een kleine vrachtwagen klimmen, waar we ons meteen onder een zeil moeten verstoppen, zodat de mensen op straat ons niet konden zien. Toen zijn ze met ons naar een kazerne in Mechelen gereden. Daar aangekomen, stellen ze ons op een hele grote binnenplaats in rijen op. Iedereen heeft in zijn koffers de meest waardevolle spullen meegenomen: juwelen, rantsoenbonnetjes, sleutels, familiefoto’s, brieven… We moeten één voor één aan een tafel langsgaan en alles geven wat we nog hebben kunnen meenemen. Ze kijken ook alle hoeden grondig na en halen er zelfs de voering uit. Ze snauwen ons toe en je kan ook het gehuil horen van de mensen die zich toch proberen te verzetten.

Mij vragen ze alleen mijn naam. Dan geven ze een stuk karton met daarop het nummer voor mijn transport, nummer 1234. Ik moet het karton om mijn hals hangen. Mijn moeder krijgt nummer 1233. Ze brengen ons naar zaal 18, op de 2de verdieping. Ita krijgt nummer B274, omdat zij op haar 16de voor de Belgische nationaliteit heeft mogen kiezen. Zij wordt naar een andere zaal weggevoerd. Iedereen weet dat deze kazerne een verzamelplaats is, maar niemand weet wat er binnen de muren gebeurt. Twee tot drie keer per week komen hier vrachtwagens naar toe.

In onze zaal staan honderd stapelbedden. Geen wc, enkel een paar gaten. Een pan met warm water moet soep en koffie voorstellen. Ze geven ons een beetje brood. Wie geluk heeft, krijgt een pakje van zijn vrienden toegestuurd. We moeten ons twee keer per dag melden op de binnenplaats, zowel ’s nachts als overdag, onder het waakzaam oog van de Duitsers, met een zweep in de hand en een pistool aan de riem. Ikzelf ben blij dat ik niet van mijn moeder en zus gescheiden word.

Met een paar vrienden oefenen we om later kunnen ontsnappen. We blijven daar een maand. Plots gaat er een gerucht rond dat er binnenkort weer een groep mensen moet vertrekken. En op zondag is het dan zover. Er wordt ons gezegd dat we naar een werkkamp vertrekken, ergens in Oost-Europa. Ik moet heel lang in de file aanschuiven, samen met mijn moeder. Vanachter haar raam houdt mijn zus ons in het oog. Op dat moment worden de mensen met een Belgisch paspoort nog niet gedeporteerd. Wanneer onze nummers worden geroepen, moeten we in een treinwagon stappen. De vloer is bedekt met stro. De deur wordt dichtgeschoven. We zitten met vijftig anderen mensen gevangen in het donker. En dan valt de grendel in het slot. We moeten nog uren wachten tot de trein gaat rijden.

19 April 1943

Het is 19 april. Mijn vader is jarig, hij wordt 45. Ik ben tijdens de reis in slaap gevallen. Tijdens mijn slaap hebben een paar gevangenen de deur van de wagon opengemaakt. En wanneer mijn moeder me wakker maakt, staat de deur wagenwijd open. Mijn moeder zegt dat ik moet springen. Ze laat me los. Ik spring. Ik wacht op mijn moeder en hoor dat de trein tot stilstand komt. Dan wordt er in het Duits geroepen en gevloekt en vallen er geweerschoten. Als ik had geweten dat mijn moeder niet uit de trein zou gaan springen, was ik ook nooit gegaan. Ik zie dat de trein weer gaat rijden. Ik loop weg van het spoor, maar weet niet precies in welke richting ik moet lopen. Ik heb de hele nacht doorgelopen.

Na De Gebeurtenis

De volgende ochtend, helemaal onder het vuil, kom ik aan in een dorp. Ik ga ergens aanbellen. De vrouw die de deur opent, gaat met mij naar de politie die mij naar Jean Aerts, een politieagent brengt. Hij begint mij vragen te stellen. Ik vertel dat ik in de buurt met kinderen aan het spelen was, maar verkeerd ben gelopen. Ik moet naar Brussel, naar mijn vader. De politieagent zegt: ik weet alles. Jij bent dat Joodse jongetje dat van de trein is afgesprongen. Je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je niet verraden. Jean Aerts en zijn vrouw stellen voor om me veilig bij hen te verstoppen. Maar ik wilde koste wat het kost terug bij mijn vader zijn. Wat later brengt hij me op zijn fiets naar het station. Sinds lange tijd zie ik opnieuw hoe er buiten uit ziet: de lucht, de velden, de bomen, de vrijheid… Er zijn nog andere mensen van dezelfde wagon gesprongen, maar die hebben minder geluk gehad.
Ik heb mijn leven te danken aan de personen die de deur van de wagon open hebben gekregen, aan een mevrouw die haar deur niet voor mijn neus heeft dichtgegooid en aan een politieagent. Iedereen heeft moed gevonden om iets voor mij te doen en het zijn precies deze kleine dingen die mij uiteindelijk gered hebben!

Nawoord

Mijn YouTube-opa (Michel van der Burg) heeft me op dit verhaal gewezen. Hij heeft Simon Gronowski meerdere keren gesproken en geïnterviewd. Hij heeft samen met anderen van dit verhaal een film (Transport XX to Auschwitz – current version – YouTube https://youtu.be/CgE7x4qwQZs ) gemaakt, die je op zijn YouTube- kanaal kunt bekijken.

Rutger , 19 april 2022

Dank

Dag uit het leven van Simon Gronowski, de jongen die uit de trein sprong die naar Auschwitz reed | Rutger | Stelopdracht dinsdag 19 april 2022, Groep 8, School Ter Cleeff, Haarlem, Holland.

Boek : Simon, het jongetje dat wist te ontsnappen | Simon Gronowski, Cécile Bertrand , Réjane Peigny, Marie-France Botte, Rudy Laroche . Kazerne Dossin https://kazernedossin.eu/wp-content/uploads/2021/12/boek-van-simon-nl.pdf

Simon | 19 April 1943 | 20220419 | Behind the scenes Simon Gronowski & Michel van der Burg | Clip from film : Story Simon Gronowski – Brussels, Jan 16 , 2012 | 20220412 | Film & interview by Michel van der Burg | Miracles•Media

Film : Story Simon Gronowski – Brussels, Jan 16 , 2012 | 20220412 | Film & interview by Michel van der Burg | Miracles•Media | Raw footage film Miracles (currently not for general public distribution).

Transport XX to Auschwitz – a film by Karen Lynne & Richard Bloom and Michel van der Burg – YouTube https://youtu.be/CgE7x4qwQZs

TAGS #Simon #Gronowski #Rutger #education #onderwijs #school #stelopdracht #assignment #ADayintheLife #oorlog #WW2 #nazi #jood #bezetting #ontvoering #ontsnapping #trein #deportatie #oorlog #TransportXX #kind #child #war #interview #film #Belgie #Brussel #Mechelen #number #Belgium #Auschwitz #Brussels #deportation #deportatie #footage #holocaust #Jew #Kazerne #Dossin #Malines #Mechelen #shoa #shoah #train #Transport #XX #film #book #boek #michelvanderburg #MiraclesMedia #1Memo